dinsdag 24 mei 2011

Depressief

Ik heb me laatst in een vlaag van verstandsverbijstering aangemeld voor Twitter. Waarom? Ach, mij werd op het hart gedrukt dat het handig is. Voor als je beroemd wilt worden met het schrijven van stukjes tekst met bedenkingen over eten en koken. Blijkbaar trof dit ongelofelijk zwakke argument rechtstreeks een niet eerder opgemerkte doch zeer gevoelige snaar, want ik ging direct overstag. Na het aanmaken van een account kon ik dan nu leuk elke keer mijn zeer unieke en zorgvuldig samengestelde stukjes culibrallia met een druk op de virtuele knop de wereld in bonjouren. Simpel nietwaar? Ik moet zeggen, in het begin viel het mee. Zolang je zélf maar niemand volgt, is het goed te doen. Maar toen ik uit nieuwsgierigheid eens doorklikte op zo’n berichtje van een onbekende andere ging het mis. Ik raakte binnen de kortste keren verstrikt in een hysterisch culi clubje van ogenschijnlijk interessante, maar vooral onbekende twitteraars. Het is gewoon niet te doen! Hoe kun je nog werken als er iedere seconde over voedsel getwitterd wordt? Er blijken mensen te bestaan die het liefste iedere hap en slok die ze nemen willen delen met mij en duizend anderen. In het ergste geval stoppen ze er nog een niet zonder veel foutmeldingen en ergernissen te openen foto bij. Zelfs video’s! Ik word er zenuwachtig van. Allemaal zijn ze blij -':)' - en hebben ze plezier – 'Hahaha!'. De helft van de tijd, als ik al eens de moeite neem om de berichtjes te lezen, snap ik werkelijk niet waar het over gaat. Al die tekens en namen. Mis ik iets? Moet ik niet daar zijn, in plaats van hier? Of daar? Ik voel de druk op mijn borst exponentieel toenemen. En al die fantastisch leuke frisse receptjes en doe-dingetjes met koken ook. Ik word er depressief van. Heeft dan niemand ooit een bad-kitchen-day? Of maand? Ik voel langzaam maar zeker een grote culinaire blokkade opdoemen, zo eentje die maanden van mijn miezerige leventje in beslag gaat nemen. Ik weet het zeker: dit moet stoppen! Er zit maar een ding op: ik stop met volgen. Zolang het eenrichtingsverkeer is, is het te doen. Maar is het dan niet hypocriet om zelf wel te twitteren? Wat een dilemma. Vooruit. Een compromis. Ik volg alleen nog maar mensen die ik persoonlijk ken. Hahaha! Dat schiet al lekker op. :)

woensdag 18 mei 2011

Salade Bietoise


Groenten zijn hip. Dat kan ook niet anders na al die verhalen over vreselijke en vooral besmettelijke ziekten bij eerst varken dan kip, geit of nee, toch rund. Nu, ja.Welk vlees kun je eigenlijk nog eten zonder de kans op een auto-imuunziekte aanzienlijk te verhogen? Vis is ook uit, vanwege overbevissing, dus dan maar aan de groenten. Laten we er nog wat vergeten groenten erbij halen, dan breiden we het inmiddels wel zeer beperkt geworden supermarktassortiment nog een beetje uit tenminste. Ook restaurants die door hebben dat groenten hip zijn, profileren zich gaarne als groentenrestaurant en dingen mee naar prijzen. Wat ik me in de meeste gevallen wel afvraag is of er werkelijk zo vreselijk veel met groenten wordt gewerkt in dat soort restaurants, meer dan in andere niet-groenten-restaurants bedoel ik dan natuurlijk, of is het een marketing strategie? 'Naast onze vis van ver hebben we een tomaat liggen' of: 'Onze aardappel was vers voordat we hem tot moes sloegen'. Beetje overdreven misschien, maar er zijn maar weinig restaurants die werkelijk groenten zonder meer als hoofdgerecht op de kaart hebben staan. Nu heb ik het geluk dat ik in de buurt woon van de Noorderhoeve in Schoorl, een biologische boerderij waar onder anderen flink wordt getuind en waar veel heerlijk verse seizoensgroenten te koop zijn. Uitgaande van de groenten die voorhanden zijn verzin je gewoon zelf een leuk recept. Zoals bijvoorbeeld deze fantastisch creatieve en kleurrijke Salade Bietoise van verse bosbietjes van de Noorderhoeve. De rest van de ingrediënten had ik nog liggen.

300 gram sperzieboontjes (10 min gekookt)
3 bosbietjes Noorderhoeve te Schoorl (1 uur gekookt, ontveld en in partjes)
1 acht minuten ei (in partjes)
2 rode of witte bosuien in plakjes
1 blikje ansjovisfilets
handje olijven naar smaak

Pak een grote schaal. Leg daar alles een beetje leuk in.Voor diegene met heimwee naar bietjes met slasaus: we overgieten het geheel met een olie-honing-mosterd-knoflook-citroen-peper-zout dressing. Flink roeren of schudden en het lijkt net op het spul uit de fles.

Serveren met - natuurlijk zelfgemaakte- aardappelpartjes uit de oven. Klaar!

maandag 16 mei 2011

Eten is beleven in ... de Morvan.

Morieljes

Wij Nederlanders hebben geen lunchcultuur. Eten moet snel en is daarom, op de slappe kroket na, koud. Om 12 uur eten we het liefst reeds op voorhand gesmeerde dubbele boterhammen met kaas of tot geen enkel ons bekend levend dier terug te herleiden worst, uit het vuistje met een glas melk erbij. Zelfs in België weten ze beter. Ga eens naar Brussel en daar luncht men al met alles erop en eraan. Zal wel onze gereformeerde achtergrond zijn. Doe maar gewoon en haal je maar niets in je hoofd. Er moet gewerkt worden. We houden je in de gaten. Eten om te overleven noem ik dat. Nu vind ik dat eten gelijk moet staan aan genieten en een warme lunch hoort daar bij. Vakanties staan dan ook in het teken van zoveel mogelijk uit eten en de lokaliteiten uitkammen op zoek naar nog meer eten om mee naar huis te nemen. Deze keer ging de reis naar Frankrijk. Gewapend met een nieuwe Michelingids gingen we met het gezin een weekje naar de Morvan. Dit groene, van de moderne invloeden verstoken natuurpark in het centrum van de Bourgogne is een waar lustoord voor de culinair ingestelde rustzoeker. Nu ben ik nog lang niet bejaard, maar even het overbevolkte Nederland ontvluchten, waar men het liefst óp elkaar woont, doe ik graag. Geen internet, geen computers, zelfs geen telefoon, want geen ontvangst. Het Morvanese landschap wordt gedomineerd door bomen, naald of loof. You name it, het staat er. Tussen die bomen staan bloemen, planten en gras en een hoop kuddes witte koeien, het Charolais rund. Oh, ja, er wonen ook nog mensen, niet veel, het is een streek die aan leegloop onderhevig is. Niet te begrijpen, want het is er práchtig. Ik kom er al jaren, maar het gaat me nooit vervelen. Even weg van het prententieuze gehaast en geploeter. Voeten in de rode klei, vork in je mond en je neus in een goed glas wijn.
We zijn niet teleurgesteld. Het was er weer prachtig. Groen, stil, groen en nog eens groen. Eindeloze stroken bloeiende planten en kruiden langs de slinger-slanger landweggetjes. Ontbijt, lunch en diner: het was steeds weer een feestje. De eerste ochtend, het was zaterdag, vielen we al met onze neus in de boter op de boerenmarkt in Avallon. Op het normaal volgeparkeerde pleintje bij Rue du Marché stonden nu stalletjes met allerlei heerlijkheden uit de streek: witte en groene asperges, geitenkaasjes, radijsjes, eieren, gebraden kippen, wijnen en groenten- en kruidenplanten. Veel ervan biologisch. Ook binnen in het marktgebouw was er genoeg lekkers te vinden. Kratjes met morieljes stonden tussen de bosjes wilde asperges en hoopjes knapperige doperwtenpeulen. Voor een succesvol culinair bezoekje aan de Morvan hoef je je zeker niet te laten leiden door de Michelingids. Naast het feit dat er in de Morvan veel aandacht wordt besteed aan het promoten van streekproducten die je in je vakantiehuisje tot heerlijke gerechten kunt omtoveren, zijn vele kleine, maar goede restaurants te vinden door het hele natuurpark. Van Avallon en Vézelay tot Planchez bij Lac des Settons en St-Prix-en-Morvan, je kunt er heerlijk eten. Verwacht hier geen ingewikkelde fusion keuken of labgerechten, maar laaf je aan de traditionele regionale boerenkeuken: Boeuf Bourguignonne, Coq au vin, Poulet en Pintade fermier, Tournedos de Charolais, allerhande terrines van vlees en vis en voor de echte durfals: de andouillette, de bekende bourgondische variant op de frikandel, geserveerd met frites. En dan heb ik het nog niet gehad over de heerlijke geitenkaasjes, de tartelettes met seizoensfruit en alle fabuleuze wijnen.
Het vermelden waard is Restaurant Le Morvan in Quarré les Tombes, ons aanbevolen door de Michelingids. Het eten is er vers bereid en goed op smaak, de borden mooi opgemaakt en de prijs belachelijk laag: 28,50 voor een vijfgangenmenu. De bediening was wat chaotisch en non-communicatief -ze hadden wel wat beters te doen dan tegen ons te praten en te lachen, en gereformeerd wellicht-  maar met een glas witte Bourgogne Vézelay van Elise Villiers uit 2008 in de hand konden we ons er niet echt druk om maken. Deze wijnmaakster, vrouw van de burgemeester van het naburige Vézelay, heeft haar cave in Précy le Moult. Omdat haar wijn behoort tot de beste van Vézelay en het bovendien in een bijzonder mooi deel van de Morvan ligt is een bezoekje de omweg waard. Een andere aanrader is de planten- en kruidentuin in het Maison du Parc in St Brisson waar op borden wordt uitgelegd welke culinaire eigenschappen de lokale flora bezit. Om het af te maken zeg maar. Maar waarom zou je zelf nog koken? ’s Ochtends verse baguettes en croissants van de lokale bakker, een menu du jour als lunch en om de avond door te komen een menu du terroir. Lokale wijn erbij en klaar. Tussen de maaltijden door een bezoekje aan een van de vele marktjes en Caves; een rondje zwemmen in een van de lacs, etangs of rivieren of een landerige wandeling door bossen en langs paden. In de Morvan hoef je niets dan genieten, even bijkomen om vervolgens weer te genieten. Wat wil een mens nog meer?