maandag 22 augustus 2016

Zuurdesemstartertrilogie. Deel 1: Geduld, tarwebloem en water.

Het doel

Bij gebrek aan prikkels, met onverwachte zeeën van vrije tijd en niets omhanden bedacht ik dat het een goed moment was om eens een zuurdesemstarter te maken. Ik bak graag brood, meestal met behulp van droge gistkorrels, maar je kunt ook heel goed zelf een natuurlijk rijsmiddel, desem genaamd, maken. Van meel en water, meer niet. Het kost wat tijd, maar dan heb je wel wat, een starter kan een leven lang meegaan. Zuurdesembrood heeft een ietwat zurige smaak die goed bij allerhande hartige belegsoorten zoals rillettes of blauwe kaas past. Bovendien kun je het langer bewaren dan een gangbaar brood. Je kunt in de winkel ook zakjes zuurdesemgist kopen, waar dan toch weer droge gist aan moet worden toegevoegd. Dat is helemaal niet nodig. Tijd voor een eigen starter dus. Je hebt niet veel ingrediënten nodig, meel en water, dat is het eigenlijk. Op het moment van schrijven ben ik een week verder en ben ervan doordrongen geraakt dat het onderhouden van een desemstarter net zo intensief is als het hebben van een kind of huisdier: je moet het tenminste eenmaal per dag voeden, kunt het niet zomaar achterlaten zonder maatregelen te treffen en je moet het af en toe eens flink door elkaar schudden. Ik heb de starter gemaakt op de manier waarop ik het geleerd heb, je maakt een soort beslagje van bloem en water, klutst dit goed en voedt het vervolgens dagelijks. Dat is kort gezegd het hele proces, na een week kun je het gebruiken om je eigen brood te bakken. Er zijn echter vele verschillende recepten voor het maken van een desemstarter. Op facebook zag ik van de week bijvoorbeeld een filmpje voorbij komen van Edwin Klaasen van Desemenzo. Hij maakt zijn starter een stuk droger en klopt er dagelijks een beetje meel en water bij. Welk recept je ook kiest, op internet circuleren er vele, het resultaat is hetzelfde: je kunt ermee bakken. Mocht je wat tijd, geduld, tarwebloem en water hebben, hier het basisrecept. Succes. Wordt vervolgd.

Dag 1: neem een schone plastic bak met deksel (inhoud minstens 1 liter). Meng 150 gram tarwemeel (vervang eventueel deel met wat roggemeel) met 250 ml warm water en mix 10 minuten op de hoogste stand met een elektrische mixer. Schenk in de plastic bak en zet weg op een warme plek. Voed na ongeveer 12 uur met eenzelfde mengsel, roer goed door en zet weg. Het zal op enig moment gaan fermenteren en kleine bubbeltjes krijgen.

Dag 2-7: schenk elke dag de helft van het mengsel weg en voed het met eenzelfde hoeveelheid meel en koud water. Zet op een koele plaats weg. De fermentatie zal steeds sterker worden en na een week is je starter klaar voor gebruik. 

Een desemstarter is niet snel te verpesten, mocht je twijfels krijgen over wat er in die plastic bak gebeurt kijk dan op voor tips http://www.culturesforhealth.com/learn/sourdough/sourdoughtroubleshooting-faq/ .