Mijn zuurdesemstarter en ik
raken al aardig aan elkaar gewend. Ik voed het regelmatig en heb het een
vast plekje in de kelderkast gegeven. Het lijkt het daar prima naar zijn zin te
hebben. De gisting is constant en de geur is fris en fruitig. Het is een gezonde
starter geworden. Het mooie is ook dat de starter na een aantal weken
stabiliseert en je het niet per se elke dag hoeft te voeden. Je kunt het ook,
als je bijvoorbeeld een paar dagen weggaat, in slaapstand laten gaan. Zet het
dan in de koelkast. Als je weer thuis bent, dan voed je het, helft eruit en dan
weer gelijke delen (rogge)bloem en water erbij, even klutsen en dan leeft hij
weer helemaal op. De mijne was zo blij me weer te zien, dat hij van
enthousiasme uit zijn bak stroomde, tussen het deksel door, langs de kast naar
beneden, over de vloer. Even opletten dus als je jouw starter gaat reanimeren.
In ruil voor mijn goede
zorgen krijg ik er fantastisch lekker brood voor terug. Ik heb er al
verschillende malen mee gebakken en de resultaten zijn verrassend. Gebruik een
levendige starter en voed het eventueel de middag voor bakdag nog even, dan
krijg je het beste resultaat. Brood bakken is niet moeilijk, het kost wel wat
tijd, maar je went al gauw aan het regime. Hier het basis zuurdesembroodrecept.
Je bent er wel een dag af en aan mee zoet, dus plan bakdag op een dag dat je de
hele dag in de buurt bent om af en toe een handeling te verrichten.
Zuurdesembrood, 2 stuks
De avond voor bakdag
500 gram volkorenmeel
600 ml warm water
soeplepel van je eigen
zuurdesemstarter
Voor je naar bed gaat: meng
bovenstaande ingrediënten in een grote kom, plaats in een vuilniszak en zet op
een warme plaats weg. Het is een waterig geheel en dat moet ook, dan kan de
gisting lekker op gang komen.
Bakdag
600 gram bloem
25 gram zout
Begin ‘s ochtends. Haal je kom
met gistmengsel uit de zak en voeg de bloem toe en dan het zout. De bedoeling
is dat je een samenhangend deeg krijgt, voeg eventueel nog wat bloem of water
toe. Haal het uit de kom en kneed het in lange halen op een licht met bloem
bestoven oppervlakte totdat het goed gemengd en soepel is. Vorm het deeg tot
een bal door het deeg aan de onderkant tussen de zijkanten van je platte open
handen dicht te draaien. Zo sluit je zoveel mogelijk zuurstof in het deeg en
kan het lekker gaan rijzen. Leg in de schaal en plaats weer in de vuilniszak.
Zet op een warme plek. Laat een uur rijzen.
Haal dan de gerezen bal uit
de kom, druk voorzichtig alle lucht eruit, niet kneden, en vorm weer een bal
zoals eerder. Leg weer terug in de kom en laat wederom een uur ijzen.
Verdeel dan het deeg in twee
delen, druk de lucht eruit en vorm er broden van en leg deze in een bakvorm. Je
hebt hele leuke broodrijsmandjes, maar het kan ook gewoon in een cakeblik.
Laat het nu 1 tot 4 uur
staan, totdat het volledig gerezen is. Zet de oven op 250 ˚C. Gebruik je
rijsmandjes, stort dan de broden op een bakplaat en zet ze in de oven. Anders
zet je bakblikken zo in de oven. Laat 10 minuten op 250 graden bakken. Draai
dan terug tot 180-200 ˚C, afhankelijk van de kleur van de korst en laat nog 20
minuten bakken. Controleer of de broden gaar zijn door er met een pollepel op
te kloppen, als het hol klinkt zijn ze klaar. Laat afkoelen op een rek en
voilà, je hebt een zelfgebakken brood, van niets meer dan meel, water en wat
zout.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.