donderdag 28 juni 2012

R U MAD?

Het circus van Rene en Claus

Ik kan het nog steeds niet geloven! Na maandenlang zeuren en zelfs bedelen per mail - is there any hope? -, twitter en facebook had ik de moed al opgegeven. Ik had mezelf net bij elkaar geraapt en flink toegesproken, mijn schouders al laten zakken en besloten dat ik niet meer iedere 30 seconden op twitter zou kijken om te zien of niet heel misschien iemand mijn smeekbede om een toegangskaart zou beantwoorden, toen ik natuurlijk toch stiekem keek en zag dat iemand een kaart over had. Kaart over? HOERA! Een kans. Of ik interesse had. Interesse? Ik had er een ledemaat voor gegeven. Toen, na 70 hemeltergende minuten lang radiostilte het verlossende woord kwam dat ie toch echt voor mij was, sprong ik een gat in de lucht. Ik ga naar Kopenhagen! Naar het MAD symposium! Je-weet-wel, dat food festival van Rene Redzepi en Claus Meyer. Gaat er nog geen belletje rinkelen? Ferran Adria dan? Van El Bulli? Ja die, die komt ook. Ik kan er nog steeds niet over uit. Ik ga. Ik mag daar zijn en twee hele dagen lang genieten van wat allerlei internationale chefs te zeggen hebben over APPETITE, het thema van dit jaar. Wat kan ik daarvan verwachten? Echt geen idee. Gisteren werd eindelijk het programma bekend en er staan heel wat mij bekende namen op, maar nog veel meer onbekende. Er komen naast Rene en Ferran ook wat Aziaten met hun Mission Chinese Food, Hugh Fearnley-Whittingstall, van die placenta ja, en er komt zelfs een Nederlander, Joost Bakker, die in het Australië helemaal gemaakt heeft. Ik ga die natuurlijk allemaal uitchecken - waar heb je dat programma anders voor - en dan wordt het kiezen. Drieëntwintig sprekers in twee dagen en ondertussen ontbijt en lunch op het terrein. Dat wordt nog een hele klus. Ik heb ook al een sneak preview gekregen van de organisatie die op twitter liet zien waar dat allemaal moet gaan plaatsvinden: op een braakliggend terrein met een onuitspreekbare naam in de haven van Kopenhagen, in de buurt van NOMA - kan ik mooi naar het toilet - in een aantal Bassie en Adriaan tenten. Circus Renz is er niets bij. Nu, ja. Maar hopen op goed weer anders weet ik het wel, dan loopt het helemaal uit de hand. Dat heb je op die festivalterreinen nu eenmaal, bezoekers worden baldadig, laten zich natregenen, gooien met bier en trekken hun T-shirts uit en voor je het weet zit je van top tot teen onder de modder. Je merkt het: ik ben blij... Ik houd je op de hoogte.

www.madfood.co

maandag 18 juni 2012

Hoofdgerecht




Eva strijkt haar haren met beide handen strak naar achteren en maakt een paardenstaart. Ze pakt haar netjes opgevouwen hagelwitte schort van tafel en vouwt hem zorgvuldig uit. Ze steekt haar hoofd door de lus en strikt de linten in één vloeiende beweging stevig achter haar rug vast. Dan recht ze haar rug, haalt even diep adem en opent haar messenset die voor haar op het roestvrijstalen werkblad ligt. De blinkende messen liggen netjes naast elkaar in de daarvoor bestemde vakjes, ze zijn brandschoon en net geslepen. Ze geniet van de aanblik ervan. Ze pakt het koksmes, het is kleiner dan normaal en ze voelt teder hoe het perfect in haar ranke bijna kinderhand past. Ze steekt het terug en glijdt met haar vingers over het uitbeenmes, het fileermes en het groentenmesje. Die zal ze straks nog nodig hebben. Eerst het grove werk. Ze aarzelt en kijkt de keuken rond. Hoe gaat ze dit aanpakken? Het is de eerste keer dat ze eigenhandig een heel kadaver zal uitbenen en ze overpeinst haar werkwijze. De keuken is niet erg groot, een paar vierkante meter maar, maar hij is schoon, daar zorgt ze wel voor, en hij is opgeruimd en heeft voldoende werkruimte. Op het houten keukeneiland in het midden van de keuken staan de ingrediënten voor die dag uitgestald. Ze heeft alles die ochtend vroeg vers op de markt gehaald: de sjalotjes, bleekselderij, meiraapjes en bosworteltjes lagen er weer prachtig opgetast bij en ze had moeite zich in te houden. Er gaat niets boven het zien van alle prachtige groenten en fruit met hun frisse kleuren en organische vormen. Haast ongelofelijk dat ze zo groeien. Op het fornuis staan alle pannen klaar. Haar grootste, een kostbare Creuset pan waar ze lang maar geduldig voor heeft gespaard, komt nu mooi van pas. Ook heeft ze paar schalen, grote ovenschotels en verschillende steelpannetjes klaargezet.
Ze pakt het uitbeenmes uit de messenset en loopt de trap op naar boven, waar de weeïg zoete geur van het dode lichaam haar al tegemoet komt. Ze gaat de badkamer binnen waar het beest – beest, ja, een ander woord kan ze er niet voor verzinnen – boven de badkuip aan een haak in het plafond hangt. Wild moet hangen natuurlijk en die lucht moet je dan maar op de koop toe nemen. Nu, ja, als je klein woont moet je inventief zijn. Het afmaken ging eigenlijk heel eenvoudig, Eén gericht schot in de nek en het was gebeurd. Net zoals Adam het haar had voorgedaan. Ze had wel meer emotie verwacht bij zichzelf, angst of walging, maar toen het eenmaal zover was bleef ze kalm en doelgericht en liet zich niet afleiden door het geschreeuw en gejammer. Ze moest het trouwens wel alleen doen, anders zou het geen verrassing meer zijn natuurlijk.
Het kadaver hangt er nog net zo bij als ze het twee dagen geleden heeft achtergelaten aan de speciaal daarvoor in het plafond gemonteerde haak boven de badkuip. Eva gaat op de badrand staan en tilt het gevaarte op zodat het van de haak loskomt en probeert het in één zwaai over haar schouder te gooien, maar het is te zwaar. Het glijdt als dood gewicht uit haar armen en valt half over de rand en half op de badmat. De ledematen glijden daarbij langs haar gezicht en ze veegt snel met een keukendoek het vleesvocht van haar gezicht. Ze had de ledematen beter op kunnen binden, net als een braadkip maar dat heeft nu geen zin meer. Ze zal hier moeten beginnen. Ze zucht nog eens diep en kijkt naar de levenloze hoop vlees en botten die daar voor haar ligt. Wat een rommeltje. Het ziet er niet uit. Bij leven was er ook al niet veel aan, dat magere ding. Onbegrijpelijk dat Adam het zo lang heeft kunnen uithouden met haar in één huis. Zo kan ze niets beginnen. Ze zal een zaag moeten halen uit de schuur en hier het voorwerk moeten doen.  Het lijkt haar het beste te beginnen met het in grote stukken zagen van het geheel. Ze heeft van te voren de boeken goed bestudeerd en het kost haar een klein uur om de ledematen te verwijderen van de romp en in plastic zakken te verpakken. Het grootste gedeelte mag direct in de vriezer, het gaat toch niet lukken om in haar eentje ruim 40 kilo vlees te verwerken. Ze legt een dijbeen en de kop apart op het werkblad, ze gaat van het wangvlees een heerlijk stoofje maken. Wangvlees is altijd zo lekker zacht. Dat zijn veel mensen vergeten. Tegenwoordig willen ze alleen maar vlees zonder vet, zonder vel en beenderen. Terwijl dat nou juist de smaakmakers zijn. Maar zo is Adam niet, hij zal het ongetwijfeld heerlijk vinden. Hij weet echt eten te waarderen. En het is zo eenvoudig te bereiden.  Een paar uurtjes zacht stoven in een heerlijke rode Bourgogne, wat fijngesnipperde sjalotjes, wortel en bleekselderij erbij en op smaak brengen met laurier, geroosterd venkelzaad en gedroogde pepertjes. Meer heeft het gewoon niet nodig.
Dat stoofje wordt haar pièce de résistance vanavond. Adam zal trots op haar zijn. Niet alleen heeft ze hem van een slepende last verlost, hij zal er ook nog heerlijk van eten. Oh, ja. Ze moet niet vergeten vanmiddag nog gehakt te draaien, want ze heeft beloofd haar fameuze gehaktpasteitjes te maken voor de braderie van morgen. Voor het goede doel. Dat ruimt meteen lekker op. Ze steekt de handen met rood gelakte nagels voor zich op en laat het beeld even op zich inwerken. Te bedenken dat deze klauwen haar Adam jarenlang ongegeneerd hebben kunnen betasten. Het idee alleen al. Walgelijk! Ze opent het raam en werpt de afgesneden handen op het platte dak van de schuur. Het zal niet lang duren voordat die weg zijn. Ze ziet de eerste nieuwsgierige kraaien al aan komen fladderen. Ze sluit het raam en draait zich naar het keukenblad. Ze wrijft in haar handen. Aan de slag dan maar. Er is nog veel te doen.



Bovenstaand kort verhaal is mijn inzending voor de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam (Slaa) verhalenwedstrijd juni 2012 met als thema Eten en Literatuur. Niet gewonnen, maar ben benieuwd naar het verhaal van winnares Renée Simons 'Leegstand'. Vanavond wordt dit door de schrijfster voorgelezen tijdens de Eten! Literatuur! avond. Aanmelden kan via www.slaa.nl. 




                                                                                             

vrijdag 8 juni 2012

Zandraket

Zandraket

Wie weet nog hoe rucola echt smaakt? Iemand? Geen idee? Nou, vroeger, toen rucola nog gewoon raket heette voor ons Nederlanders en toen het nog maar net was ontdekt door het grote publiek als eetbare aanvulling op ons dagelijks leven, toen smaakte raket nog nootachtig en scherp. Begint er al wat te dagen? Helaas is dat nu veelal niet meer het geval. Vanwege de immense populariteit is het een doorveredeld en smakeloze zoveelste variatie op het slablaadje in de salade geworden en wordt het in grote hoeveelheden verorberd door ons willoze duinkonijnen. Maar weten jullie wel dat raket een inheemse plant is en dat het gewoon hier in ons eigen duingebiedje groeit? In het wild! Echt waar. Luister maar eens goed. Ik liep laatst tijdens de tot nog toe enige bloederhete dag van het jaar ergens in Bergen aan Zee verwikkeld in zinloze conversatie nietsvermoedend een duinovergang over en wat schetste mijn verbazing? In mijn ooghoek zag ik raket. Yes! Zo maar een polletje wilde zandraket los in het rulle zand. Ongelofelijk niet waar? Dacht ik dus ook, en om te testen of het niet toevallig een heel dodelijke op raket lijkende duinplant was attendeerde ik mijn argeloze gespreksgenoot heel nonchalant op het polletje. Het werkte, hij dook er meteen op en voor ik bijvoorbeeld 'Nee!' Kijk uit! of 'Zou je dat nou wel doen?' kon zeggen had de onnozele het al in zijn mond gestoken en maalde het als een duinkonijntje tussen zijn kiezen fijn. Hij slikte, keek even strak voor zich uit en viel niet direct dood neer. ‘Verdomd!’ sprak hij gedecideerd. Raket dus. De smaak was, volgens deze redelijk ingewijde deelgenoot van het culinaire strandleven, precies goed. Nootachtig zoet en daarna direct messcherp. Bingo! Je begrijpt, uit veiligheidsoverwegingen heb ik zelf natuurlijk gewacht met proeven tot we een aantal sterfgevallenloze uren later zanderig en loom het duin weer afsjokten en ik eenzelfde plantje net boven de plasgrens vond. Veiligheid boven alles en zaligheid toe. Het smaakte fantastisch. En nu niet met z’n allen al die polletjes uit dat duin gaan plukken, ik heb ze ontdekt, dus afblijven met je tengels.


Wil je meer weten over eetbare planten in je omgeving? Check dan eens de Wildpluk wiki, een projectje van de werkgroep oogsten zonder zaaien van Slow Food. Met foto’s, beschrijvingen en lekkere recepten. Echt de moeite waard.