donderdag 16 september 2010

Bakken - The Great British Bake Off

We blijven bij het thema bakken. Ik hou van ovens. Ik hou van bakken. En dat is helemaal niet makkelijk hoor! Ik heb de afgelopen weken dan ook genoten van The Great British Bake Off. Een bakwedstrijd die iedere dinsdagavond om 21.00 op BBC2 wordt uitgezonden. Normaliter houd ik niet zo van die wedstrijdkookprogrammas, maar dit is anders. Geen geschreeuw, gescheld en gedoe. Gewoon ouderwets bakken en heel veel techniek. Iedere week bakken ze twee dagen achtereen op locatie in een buitenkeuken. Iedere aflevering draait om een thema zoals brood, koekjes en deeg. En iedere keer vallen er deelnemers af. Er wordt daar in Great Britain wat afgebakken. De eerste opdracht is meestal een vrije gebaseerd op een thema, maar 's middags moet elke deelnemer van hetzelfde recept bakken. Daar wordt duidelijk dat het bij bakken echt op ervaring en techniek aankomt. Zoals die keer dat er een brood gebakken moest worden. Eén recept: Paul Hollywood's crusty cob loaf. Gewoon rechttoe, rechtaan. Brood. Makkie, denk je dan. Nou, mispoes. Elk brood was anders. Het één te weinig gerezen, het ander met gaten, weer een ander te kort in de oven en ga zo maar door. En dat van één en hetzelfde recept. Ongelofelijk! Naarmate er deelnemers afvallen wordt het niveau ook steeds beter en wordt het moelijker voor de juryleden om mensen weg te sturen. Er zitten vaak prachtige en originele creaties tussen. Je krijgt gewoon zin om die oven aan te zetten en onophoudelijk brood, cake en koeken te bakken. Volgende week de finale! Kijk voor afleveringen en alle recepten: www.bbc.co.uk/food

donderdag 19 augustus 2010

Geen boter, toch cakejes...

Een kinderhand...

Je doet je best als moeder... Altijd als ik mijn kinderen heb beloofd cakejes met ze te gaan bakken, kom ik erachter dat ik tenminste één van de ingrediënten niet in huis heb. "Weet je wat? We gaan cakejes bakken! - Shit, geen eieren. Hé, wie heeft de melk opgedronken!? Oh, nee, geen boter!" Dat eindigt dus altijd in teleurstelling en gejammer. En als je dan nog tegenover een winkel woont, ren je even snel naar de overkant. Maar, ja, sinds ik in een dorp woon, en dan nog aan de rand daarvan, is dat niet meer echt mogelijk. Dan moet ik toch weer de auto pakken. Eerst al die kinderen aankleden en inpakken, in de auto hijsen. Dan bij de winkel weer uitpakken, ruzie over wie met welk winkelwagentje mag rijden. Gillen, krijsen en schreeuwen. Als ik dan thuis ben wíl ik al niet eens meer cakejes bakken. Ik probeer nog wel eens te sjoemelen met ingrediënten. Maar het moet wel lekker blijven. Geen gortdroge hap korrels. Ik heb ook een keer zo'n pak met kant en klare cakejes mix geprobeerd. Alleen water toevoegen en klaar! Maar eenmaal uit de oven en afgekoeld leken het wel van die nepcakejes die in bakkersetalages staan. Dan heb je wel een leuke kookactiviteit gedaan met je kinders, maar niets te knabbelen. Je kunt ze wel lekker hard in de prullenbak gooien, trouwens. Vandaag heb ik als oplossing een recept aangepast voor Toffeecake uit 'Koken met kinderen' van Linda Collister (Atrium, 2003). Ditmaal had ik geen roomboter, of beter gezegd nog een restje. En laat het nou net genoeg zijn, maar liefst twintig gram, voor deze cake(jes). Dit kookboek is overigens één van mijn favoriete (kinder)kookboeken. Ooit gekocht voor mijn zoon, maar die heeft er nog nooit wat uit gekookt. Ikzelf wel heel vaak, want er staan absoluut lekkere en simpel te bereiden gerechten in. En mijn dochter vindt koken wel heel leuk, gelukkig. Terug naar de cakejes. Eigenlijk zijn het meer een soort ontbijtkoekcakejes, met nootjes en rozijnen naar believen. Je kunt ze ook invriezen en als tussendoortje meegeven aan je kinderen naar school. Hééél verantwoord. Met dit recept kun je ongeveer twintig cakejes maken.

Ontbijtkoekcakejes:

250 gram bloem
1 tl zuiveringszout
150 gram (bruine) basterdsuiker
125 ml yoghurt
125 ml melk
1 groot ei
20 gram boter
50 gram gehakte nootjes en rozijnen

Bereiden:
Mix de melk en yoghurt met het ei in een mengbeker. Meng bloem, zuiveringszout en suiker in een beslagkom. Smelt boter in pannetje op zacht vuurtje. Eenmaal gesmolten: klop het door het mengsel in de mengbeker. Dit alles door bloemmengsel scheppen met houten spatel. Eventuele nootjes, stukjes abrikoos of rozijntjes er nu door roeren. Verdeel over de cakevormpjes. Wij waren vandaag in een vrolijke bui en hebben de cakejes versierd met amandelschaafsel. En hup in de oven!

Goed voor 20 cakevormpjes
Oven op 180 graden
Baktijd: Na 10 minuten even prikken op gaarheid, blijft er niets hangen, dan goed, anders nog een paar minuutjes bakken.
Bewaren: Max. 4 dagen in luchtdichte trommel, invriezen max. 1 maand.

PS: Ik had trouwens ook geen yoghurt, wel vanille yoghurt en dat lukte ook!

vrijdag 13 augustus 2010

Troost-eten

Halfvol of halfleeg?

Okee. Ik wilde het eigenlijk niet ter sprake brengen, maar zoals ik me vandaag voel lijkt er geen ontkomen aan. Troost-eten dus. Soms voel je je niet helemaal lekker. Loopt alles in de soep. Ruzie met iedereen. Ik troost me in dergelijke situaties met de gedachte aan heerlijk warm, sappig en smakelijk eten. Een heerlijk in de oven gebraden kip met citroen, knoflook en verse kruiden bijvoorbeeld met fluweelzachte couscous of troost-eten bij uitstek: gratin dauphinois; gegratineerde aardappelen met room, knoflook en eventueel kaas uit de oven. En dan als nagerecht een warme donkere chocoladecake, nog halfzacht en romig van binnen. Of wat denk je van een verse zoete tomatensoep met de bite van een klein gedroogd spaans pepertje en een stuk knapperig zelfgebakken brood? Niet alleen het denken aan troost-eten, maar ook het verzamelen van de ingrediënten, het bereiden en het opeten van dergelijke gerechten geeft troost. Afhankelijk van de ernst van de situatie kan alleen al het bladeren door je favoriete kookboeken troost bieden. Ik denk dat dat voor iedereen heel persoonlijk is. Ook wélke gerechten in de categorie troost-eten vallen is heel persoonlijk. Zoals gezegd werken voor mij de warme en sappige gerechten. Ook speelt de oven een hoofdrol in mijn troost-eten. Het allerliefste zou ik troost-eten bereiden en nuttigen in het gezelschap van familie of vrienden. Met zijn allen aan een grote mooi gedekte tafel, je beste servies, glaswerk en zilveren bestek en genieten maar. Dit laatste werkt alleen nooit helemaal vanwege dat humeur waardoor ik in de eerste plaats naar troost-eten ging verlangen. Misschien werkt troost-eten nog wel het beste als je het rustig in je eentje kunt opeten. Geen om aandacht schreeuwende kinderen om je heen. Geen partner waarmee je in miscommunicatie en ergerlijke discussies kunt verzanden. Helemaal alleen, jezelf verwennend met je zelf bereide troost-eten. Gewoon voor een heel weeshuis koken en dat heerlijk met een wijntje aan tafel, in het gezelschap van een goed boek opeten. En dan een heel klein beetje toegeven aan je onbestemde gevoel. Als dat geen troost biedt...?

maandag 9 augustus 2010

Eten is beleven...

Chez Chartier

in Parijs! Deze vakantie was ik een dagje in Parijs met het hele gezin. Na een kort bezoekje aan de Eiffeltoren stond de lunch bij Restaurant Chartier centraal. De eerste keer dat ik daar at was in 1992 tijdens een bliksembezoek aan Parijs voor een overzichtstentoonstelling van Giacometti. Afgelopen winter vond ik de menukaart weer die ik die dag had meegenomen en al die tijd had bewaard. Noem het nostalgie; ik heb dan ook vele goede herinneringen aan die tijd. Nu, bijna twintig jaar later, is die nostalgie nog in volle glorie terug vinden en bij te maken bij Chartier. Het restaurant is, volgens de overigens in geheel onbegrijpelijk engels vertaalde website "a unique and timeless place". Opgericht in 1896 om de werklieden een goede doch betaalbare maaltijd te kunnen voorschotelen en inmiddels uitgegroeid tot een 'religie' voor zijn trouwe schare fans. Je kunt er terecht voor de eenvoudige Franse keuken. Dat van die goede betaalbare maaltijd klopt gelukkig nog steeds. De kinderen aten een Poulet fermier roti frites. Voor manlief als voorgerecht Salade d'endives au roquefort. Een ogenschijnlijk simpele combinatie, maar heerlijk en afgemaakt met een mosterdvinaigrette zoals alleen fransen die kunnen maken. Aansluitend een Faux filet grille maitre d'hotel. Ikzelf vooraf een plakje terrine de campagne met blaadje sla en heerlijk knapperige cornichons en als hoofdgerecht een Saucisse Toulouse et lentilles. Het was allemaal even lekker. Erbij een half flesje gekoelde rose en een fles eau petillante. Nagenieten met de Tarte du jour - die dag met Mirabelles, een Ile flottante, Mousse au Chocolat en een Compote de pommes en een lekkere espresso. En dat allemaal voor nog geen honderd euro in hartje Parijs.

Eten bij Chartier gaat niet alleen om de menukaart, een collectors item by the way, maar net zo zeer om de entourage. Het ruime lokaal met zijn hoge glazen plafonds staat propvol klassiek gedekte tafeltjes. Het meubilair is van hout en gepoets koper. Op tafel: mooie tafelkleden en glazen olie en azijn stelletjes; gebutste wijnkoelers en klassiek bestek. De obers, strak in het pak met zwart gilet en wit schort, zijn allen even doenig en attent. Alles bij elkaar zorgt voor een gezellig drukke sfeer in een stijlvolle omgeving. Het loopt allemaal gesmeerd zodat de gasten zich kunnen concentreren op het eten en elkaar. Een beleving. Ook voor de kinderen, want die horen erbij in Franse restaurants, zelfs in Parijs. Een leuk detail is dat je bestelling en de rekening op het papieren dekservet op tafel wordt geschreven. Het kan zijn dat je even in de rij moet staan voordat je een tafeltje krijgt aangewezen, maar dat is een bezoekje aan Chartier dubbel en dwars waard!

Restaurant Chartier
7 RUE DU FAUBOURG MONTMARTRE
75009 PARIS

www.restaurant-chartier.com

vrijdag 2 juli 2010

Te heet

Niemand kookt graag met dit weer. Niemand zegt op een dag als vandaag 'Zullen we een lekkere ovenschotel maken vanavond?' of 'ik heb zo'n zin in een stoofpotje'. Nee, met temperaturen van ruim boven de dertig graden denk je eerder in termen van licht, en fris en verkoeling. Verfrissende eet- en drinkwaren zoals grote kannen met water, ijsklonten en schijfjes citroen; sappig zoet zomerfruit zoals nectarines en aardbeien; heerlijk knapperige worteltjes direct uit de groentenlade van de koelkast. Je denkt zelfs soms 'Zou ik niet in die koelkast passen?'. Maar dat terzijde. Deze week stond dan ook in het kader van verfrissing. In deze tijd van het jaar staat mijn tuin vol met heerlijke groene geurende kruiden zoals citroenmelisse, kruizemunt, pepermunt en natuurlijk tijm en rozemarijn. Kruiden blijken het namelijk erg naar hun zin te hebben in mijn zanderige tuintje op het zuiden. Een aantal jaren geleden heb ik ze in de mini-uitvoering waarin ze doorgaans worden verkocht zo in de grond gezet en ze doen het hier fantastisch. In de winter zie je niets meer dan een paar kleine stekelige plukjes ogenschijnlijk dode plant uit de grond steken, maar zodra het voorjaar wordt schieten ze de grond uit en dat ziet er prachtig uit. Heerlijke frisgroene bossen met wuivende blaadjes die zoet, fris en kruidig geuren zodra je er langs loopt. Ik geniet er echt van dat ik zo mijn tuin in kan lopen en de kruiden kan knippen die ik toevallig nodig heb voor een of ander gerecht wat ik aan het bereiden ben. Of gewoon je hand door de blaadjes van de citroenmelisse of lavendel halen en daaraan ruiken. Ik ben dan ook niet verbaasd dat sommige mensen zich inzetten voor aromatherapie. Ik denk dat geur je echt een gelukkiger mens kan maken. Maar dan heb ik het wel over de puur natuur geuren en niet die chemische namakertjes. Je kunt kruiden echt voor alles gebruiken. Met wat verse munt en suiker, rum, spawater en ijsblokjes heb je zo een heerlijk verse mojito. En wat te denken van een paar takjes citroenmelisse en munt in een kan ijswater zoals je altijd in die hippe woonbladen ziet staan? Het is allemaal zo simpel en absoluut lekker. Deze week heb ik mijn kruidenarsenaal maar weer eens uitgebreid door een bestelling te plaatsen bij een webwinkel in het zuiden van het land. Het webadres stond als tip op de Volkskrant culi-scheurkalender van die dag en meteen maar even gekeken. Ik was blij verrast dat ze ook 'verveine' verkochten. Dit struikgewas met zijn stevige, langwerpige groene blaadjes die intens naar citroenzuurtjes ruiken ben ik ook wel tegengekomen onder de namen citroenverbena, ijzerhard of zelfs citroenkruid. Verveine is in Nederland nog relatief onbekend. Dit kruid kom je echt niet tegen in die tuinwarenhuizen. Je moet echt zoeken. In Frankrijk daarentegen is het alom vertegenwoordigd. Ze stoppen het in thee, de verveine tisane, in zeep en andere lichaamssmeermiddelen. Yves Rocher - ja je weet wel die van die monstertjes die je moeder altijd in de bus kreeg - nou, die bestaat nog en daar heb ik onlangs een deo met verveinelucht gekocht. En, ja, het ruikt lekker. Ik moet je bekennen dat ik de smaak van die thee eigenlijk niet te vergelijken vind met de geur van verse geplukte takjes. Maar als je zo'n plant hebt: wat let je die zelf te maken? Maar goed, die twee struikplanten staan dus nu lekker bij te komen van hun reis in doos van winkel naar mij en ik hoop er nog lang van te kunnen genieten en ze uit te zien groeien tot grote jongens. Nu nog een goed plekje zoeken in de tuin. Of misschien toch beter in een pot zetten? Vorig jaar zomer wist ik op een markt in de Auvergne mijn eerste verveineplantje te bemachtigen. Die heel zorgvuldig vervoerd naar Nederland en gepot. Na aanvankelijke aarzeling, deed hij het erg goed. Totdat we de strengste winter in dertig jaar over ons heen kregen en het plantje letterlijk ondergesneeuwd raaktte en ik te druk was met sleeën, schaatsen en sneeuwballen gooien en ik het zieligje helemaal vergat! Toen de sneeuw dan eindelijk verdwenen was zoals sneeuw dat doet, verschenen de resten van het gestorven verveineplantje. Wat een teleurstelling voor hem en voor mij natuurlijk. De zoveelste bevestiging dat ik niet alleen als moeder tekort schiet, maar ook als plantverzorgster. Nu dan, ik recidiviste, ga het weer proberen. Aan het begin van de winter haal ik ze naar binnen en zal ze koesteren de hele winter door zodat ze volgend jaar weer vrolijk verder kunnen groeien in mijn kruidentuintje. Of loop ik nu te veel op de zaken vooruit? En wat die temperatuur betreft: volhouden maar. Drink twee liter water en houdt het hoofd koel bij Oranje vanmiddag.

maandag 28 juni 2010

Dag moestuin...

Ik ben een fan van moestuinen. Ik zeg bewust fan, want ik heb kort geleden wegens tijdgebrek mijn moestuinwerkzaamheden op moeten schorten. Niemand had mij verteld dat 200m2 vette klei bewerken heel zwaar is. Na mijn mini-moestuin aan huis van lichte zandgrond was ik daar ook totaal niet op voorbereid. En klei is niet alleen moeilijk te bewerken, het is ook ontzettend vruchtbaar. Je gaat twee weken op vakantie en bij terugkomst staat het gras tot aan je oren! Gras ja, want die broccoli-, sla- en venkelplantjes zijn tot aan de grond toe opgegeten door de konijnen, slakken en ander moestuinongedierte. En dan heb je maar een uurtje om dat gras te knippen in de meest onmogelijke houdingen waarna je eerst een week moet bijkomen van alle spierpijn voordat je hetzelfde klusje opnieuw kan gaan doen. Ook de smeerwortelplant houdt van moestuinen; manshoog met grote bladeren die over de bessenstruiken heen hangen en de ingang versperren. Het lijkt verdorie wel een jungle! Eerst de met smeerwortel begroeide ingang vrijkappen, voordat je uberhaupt aan tuinieren toekomt. Of is dat nou juist de essentie van tuinieren...? Hoe dan ook, moestuinieren is naast werken en een gezin een onmogelijke hobby. Het is waarschijnlijk daarom dat er voornamelijk mopperende gepensioneerden of kinderlozen op die tuincomplexen rondlopen. Dan maar weer terug naar de moestuinkookboeken. Daar was ik ten slotte door geinspireerd of moet ik zeggen: voorgelogen? Eén boek is mijn bijzondere favoriet en dat is Wilde venkel & rabarber van Caroline Zeevat en Ans Withagen (2007 Spectrum). Het ziet er niet alleen aanlokkelijk uit, maar het duo geeft veel tips voor in de moestuin het hele jaar rond en het staat natuurlijk niet te vergeten bordevol heerlijke en simpele recepten. Het bijzondere aan het boek is dat de dames in hun recepten gebruik maken van zo ongeveer alles wat er in een moestuin groeit inclusief het onkruid. Wat denk je van pesto van het alom gehate, onverwoestbare en allesbedekkende zevenblad? Een groene salade van paardebloemblad, zuring gedecoreerd met madelieven en klaverbloemen? Deze ongebruikelijke ingrediënten zijn naast erg lekker ook zeer voordelig en koken met de jaargetijden en uit de streek is ook helemaal verantwoord. Leuk om te vertellen is dat de auteurs van dit kookboek elkaar tegenkwamen op een camping in Frankrijk en hun passie voor koken, moestuinieren na thuiskomst besloten te bundelen met bekend resultaat. Als ik dit soort succesverhalen lees of hoor dan denk ik altijd: 'Zij wel.' Maar ja, het is waarschijnlijk gewoon een kwestie van keuzes maken en vervolgens uitvoeren dan maar.

Aangezien het tuinbonentijd is een simpel receptje van de dames Zeevat en Wilthagen:

Pasta met tuinbonentoppen

Twee handen tuinbonentoppen
paar stengels stengelui
olijfolie
slagroom
zout & peper
pasta
Parmezaanse kaas

Was de toppen en hak ze in grove stukken. Smoor de uitjes even zachtjes in de olijfolie en voeg de toppen toe. Even bakken, room erbij gieten en kruiden met peper en zout. Hussel het geheel door de gekookte pasta naar keus en strooi er wat flinters Parmezaanse kaas over.

Klaar! Zo simpel kan het leven zijn.

Je kunt in dit recept naar hartelust variëren met het groen. Probeer in het kader van met onkruid koken ook eens jong zevenblad of brandneteltoppen. Je kunt natuurlijk ook gewoon groen blad uit de winkel gebruiken. Het idee blijft het zelfde. En wat betreft de Parmezaan; ik ben zelf meer een fan van Pecorino.