maandag 5 september 2011

Mosseltijd!

Mouclade Oleronaise
Jawel! De RRRR is weerrr in de maand. Het is mosseltijd! De Havendagen zijn weer geweest in Zierikzee en wat mij betreft is het mosselseizoen nu dan officieel begonnen. Ik was er niet bij, ik moest zo nodig op vakantie in het buitenland. Maar ik heb ze al wel gegeten. Afgelopen weekend ben ik samen met zus aan het experimenteren geweest. Voordat ik de resultaten verklap met bijbehorende recepten moet ik je bekennen dat ik, ondanks mijn afkomst, nooit een echt overtuigd mosseleter was. Sinds mijn prille jeugd heb ik een soort haat-liefde verhouding met die dingen. We aten ze in het seizoen zo ongeveer elk weekend en ik wist er niet zo goed raad mee. Ze trokken me aan, ze zijn ook heerlijk, je krijgt er niet genoeg van, maar het hele idee van mosselen eten heeft voor ook iets ranzigs - denk maar Joop Klepzeiker, die zich bij het onbeperkt mosseleten nooit kon inhouden en al kotsend de Zeedijk op strompelde. Een mossel is eigenlijk heel ongrijpbaar en bestaat gewoon uit te veel ondefinieerbare onderdelen. Bovendien maakte mijn vader er een punt van om tijdens de maaltijd te demonstreren hoe zo’n mosseltje nou precies in elkaar stak en ontleedde ze daar en dan voor onze ogen: kijk meiden hier zit zijn baard – baard?!- en de ogen waren een soort matzwarte balletjes –gekookte ogen!?- en dan heb je nog die soort van plastic rand die maar niet los wil laten en het ergste onderdeel, dat kleine witte dopje waarmee de mossel perse aan de schelp wil blijven zitten. Mosseleten werd zo een hele onderneming, dat kan ik je wel vertellen. Gelukkig is die tijd voorbij, heb ik smaak ontwikkeld en vind ik ze nu heerlijk, maar eet ze veel te weinig. En je kunt zoveel doen met mosselen! Wie zegt dat je beperkt moet blijven tot de mosselen old skool? Ga eens naar Ile d’Oleron en laat je inspireren door de plaatselijke culinaire creativiteit. Ze bedenken daar hele kaartenrekken vol met mosselrecepten. Een variant die me echt bijgebleven is, is de Mouclade Oleronaise, ofwel mosselen met curry. Echt verrukkelijk zijn ze. Ik at ze daar zo uit een frietbakje, heel terloops. En vergeet niet de Moules l’eclade, je weet wel die mozaiek van mosselen op een plank waarop vervolgens een hoop dennenaalden in de fik wordt gestoken en weer afgewapperd, die in die contreien zeer populair is. Waarom dat hier nog geen hit is geworden begrijp ik niet. Zo simpel en lekker. Hoogstwaarschijnlijk vanwege het gebrek aan zonuren en dientengevolge gebrek aan zin om op een koud en nat strand te staan wachten tot de mosselen klaar zijn.
Nu, ja. Hoe dan ook. Zoals beloofd vandaag dus twee recepten voor jullie mossellovers; eentje van de klassieke Zeeuwse mosselen en eentje van de Mouclade Oleronaise. Ik kocht voor 2 personen twee kilo mosselen, bereidde het geheel op de Zeeuwse mosselwijze, at de helft daarvan op en de overgoot de overgebleven helft met de currysaus.

Zeeuwse Mosselen:
Zeeuwse mosselen 
Koop een bak of zak mosselen en spoel ze in de gootsteen in koud water. Kijk ze na, kapotte of open blijvende mosselen weggooien. Snijd een grote ui en een preistengel in ringen, een aantal wortels en selderijstengels in plakjes en een handvol gehakte peterselie en gooi dit in een mosselpan. De mosselen erop, glas witte wijn erover, eventueel wat peperkorrels en laurierblad erbij. Deksel erop en aan de kook brengen. Af en toe schudden tot alle mosselen open zijn. Serveer met lekker wit boerenbrood, zoute boter, een azijnerig mosterdmayosausje en een fles goede witte wijn. Wil je het volgende recept ook nog proberen, laat dan de helft van de mosselen over. Het is de moeite waard.

Mouclade Oleronaise (au curry):

Als je dus de helft op hebt, laat je je tafelgenoot de overgebleven mosselen mooi op een bord schikken terwijl jij een glas van gezeefd mosselkookvocht in een koekenpan inkookt. Roer hier een lepel(tje) currypasta naar smaak doorheen en zo’n 100 gram crème fraîche. Beetje op smaak brengen met peper en giet het over de mosselen. Hap ze zo uit de schelp.

Zo simpel kan lekker eten zijn.