dinsdag 22 maart 2011

Het Paradijs

Ik weet niets van de Chinese keuken. En als ik er al iets over heb gehoord of gelezen, dan ben ik dat weer vergeten. Het blijft gewoon niet hangen. Normaal onthoud ik alles wat ik lees over eten en koken, maar bij chinees eten wil het niet lukken. Noem het mijn culinaire blinde vlek. Ik vermijd het. Het interesseert me niet. En mijn schaarse ervaringen met de Chinese keuken overtuigen me niet van de noodzaak er meer over te weten. Frituren lijkt in die keuken tot kunstvorm verheven. Als culinair hoogtepunt wordt daar gerekend het met rode slijmerige sauzen overgieten van die frituursels. Ook opvallend is dat Chinese koks een voorkeur lijken te hebben voor alle schakeringen van de kleur bruin. Dat ze daarmee hun ongetwijfeld verse en met liefde ingekochte ingrediënten reduceren tot een onherkenbare berg bruine stukjes dinges-vlees in saus nemen ze blijkbaar voor lief.Ik heb dan persoonlijk al gegeten en gedronken. Het wordt me zo onmogelijk gemaakt om nog één individuele smaak in die smakenbrei te onderscheiden. Dan heb ik het nog niet gehad over het feit dat alle gerechten onveranderlijk naar ouwe knoflooksokken in frituurvet smaken.
Niet echt verfijnd, zeg maar.
Ondanks mijn culinaire weerstand tegen alles wat naar Chinees riekt, moest ik naar de Chinees. Niet mijn eigen keuze. Dat moge inmiddels wel duidelijk zijn. Het werd bovendien gepresenteerd als een verrassing. ‘Gaan we naar de Chinees? Oh, wat een leuk idee!!’ De teleurstelling van de week was geboren.
En hop, daar gingen we. Naar het Paradijs. Dat was dus al een veeg teken. Waar begon alle ellende voor de vrouw? Juist. Dít specifieke Paradijs bleek middenin de eeuwige bouwput die Utrecht heet te liggen. Heel sfeervol. Op de Vredenbrug; nog zo’n ironische aanwijzing van boven. We zouden daar authentiek chinees gaan eten.
Totaal bevooroordeeld ging ik dus het Paradijs binnen. Los van wat we daar gegeten hebben, zoals ik al zei blijft dat vanwege die culinaire blinde vlek van me niet hangen, leverde dat ronddraaiding midden op tafel leuke afleiding op. Overvol beladen met schalen vol bruine van elkaar niet te onderscheiden gerechten, draaide dat ding heftig heen en weer daarbij op een haar na alle glazen omgooiend. De bediening was authentiek chinees, zowel verbaal als performaal. Na drie keer om een kopje voor de thee te hebben gevraagd dacht ik dat ik eruit zou worden gezet. Zal wel de culi-culticlash zijn. Voor wat betreft het eten … Ik zou die authenticiteit niet herkennen al zou ie me in m’n gezicht uitlachen. Wat wel bleef hangen tot diep in de volgende middag was de authentieke ouwe-knoflooksokken-in-frituurvet-smaak. Tot diep in de hypofyse. Maar eerlijk is eerlijk: ik ben dan ook geen aficionada. Aan mij is een dergelijk culinair uitstapje niet besteed. Dus voor alle liefhebbers van echt chinees eten: gaat heen en oordeelt zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.